FR : Le travail photographique de Kumi Oguro lorgne depuis ses débuts, peut-êtreinconsciemment, peut-être malgré lui, vers le septième art. Un travailde fin d’études a d’ailleurs donné l’occasion à la photographe d’approfondirles rapports (théoriques, historiques, plastiques, manifestement nombreux)entre sa propre photographie et le langage du cinéma: imprégnation quin’est pas à proprement parler une dette, qui ne se nourrit pas de références,de citations explicites ou complaisantes, mais cherche au contraire à tâtons,avec spontanéité, sa propre voie, ses propres marques. Depuis ses premièresexpositions et publications, et jusque dans les développements récents de sasérie très personnelle «Noise» à présent rassemblée sous la forme cohérented’un livre, ces rapports (mise en scène des lieux, mise en situation descorps, usage expressionniste de la lumière, jeu théâtral des acteurs, indicesmarquants d’un hors-champ, effets de tension, clins d’oeil à la logique desgenres…) se sont encore indéniablement complexifiés, mais aussi diversifiés.Une chose semble apparaître désormais avec une évidence sans cesse accrue:les images de Kumi Oguro sont à la fois exposition et transposition. Mais dequoi, et dans quoi?… L’on perçoit çà et là, par éclats, par petites touches,par bribes à voir ou à entendre, des éléments de réponse subtils et disparatesqui ne touchent pas qu’au cinéma…
NL :Wellicht onbewust, misschien ondanks zichzelf, lonkt het fotografisch werkvan Kumi Ogoro naar de film. Bovendien greep deze fotografe haar eindwerkaan om de talloze mogelijke theoretische, historische of plastische overeenkomsten tussen haar eigen fotografie en de filmtaal nader te onderzoeken.Al gaat het bij die invloed niet om een soort ‘schuld’ die het moet hebbenvan verwijzingen, expliciete of voor de hand liggende citaten. Veeleer wordter op de tast, spontaan, op zoek gegaan naar een eigen weg, een persoonlijkmerkteken. Vanaf haar eerste tentoonstellingen en publicaties tot en metde recente ontwikkelingen in haar heel persoonlijke serie Noise, zopas ineen boek samengebracht, zijn deze overeenkomsten (de mise-en-scène van de plaatsen, de situering van de figuren, de expressionistische behandeling van het licht, het theatrale spel van de acteurs, de markante hints naar eenhors-champ, een ‘buiten-het-beeld’, spanningseffecten, knipogen naar delogica van de genres, ...) niet enkel onbetwistbaar complexer geworden, maar hebben ze zich ook gediversifieerd.Wat in elk geval steeds duidelijker wordt is dat de beelden van Kumi Ogurozowel willen ‘tonen’ als ‘omzetten’: expositie en transpositie. Maar van wat,en naar wat?... Af en toe kan je, soms voluit, dan weer ingehouden, uit detoetsen, flarden die je te horen of te zien krijgt elementen voor een subtielen uiteenlopend antwoord op die vraag vermoeden, elementen die niet enkelmet film vandoen hebben.